Exit koekiemonster

Er zijn mensen die het geen enkele moeite lijkt te kosten om drie keer per dag twee minuten lang hun tanden exact volgens voorschrift van tandarts en mondhygiënist te poetsen. Mensen die zich zonder klagen minimaal twee keer per week in het zweet werken bij de sportschool of op de sportclub. Die er naast werk en gezin een actief sociaal leven op nahouden zonder overspannen te raken. Die nooit chagrijnig lijken te zijn. Die hun hobby’s bijhouden. En die altijd, op elk moment van de dag, hun huis keurig op orde èn schoon weten te houden. Van die mensen die je op geen vuiltje kunt betrappen al zou je om drie uur ’s nachts binnenvallen.

Zo’n mens ben ik niet.
Ik sla die mensen vanaf de zijlijn met open mond gade terwijl ik me vertwijfeld afvraag of ik de enige ben die van een andere planeet komt.
De sportschool induiken hoef ik gelukkig niet meer van mezelf, maar het zou best prettig zijn als ik standaard iets gedisciplineerder met mijn zwakke plekken om zou kunnen gaan. Dus niet ééns in de vijf jaar een heel jaar lang wèl, om er daarna vier jaar lang weer een potje van te maken. Zoals met mijn eetpatroon het geval is.

Eten is denk ik mijn grootste valkuil. Ik hou van eten en iedere vier jaar wanneer de rem zoek is, zie ik in alles ook aanleiding om te eten. Als ik blij ben. Als ik boos ben. Als ik verdrietig ben. En ‘gewoon’ omdat het moet natuurlijk. Je kunt nu eenmaal niet – zoals met roken in ieder geval in theorie wel zou kunnen – helemaal stoppen met eten. Maar ja, het begrip ‘eten’ is nogal rekbaar.

Er zijn mensen die het geen enkele moeite lijkt te kosten om altijd gezond en met mate te eten – en die als ze eens een keer een uitspatting hebben gehad, de volgende dag gewoon even wat kalmer aandoen zodat er geen vuiltje aan de lucht is. Die een hele voorraadkast vol met koekjes, chips en chocola en een vriesvak vol met ijs kunnen hebben zónder die in recordtempo te plunderen. Die zelfs dan nog kunnen denken: ik neem wel een appel.

Zo’n mens ben ik niet.
Ja, ééns in de vijf jaar ongeveer. Dan kan ik het enigszins. Maar die overige vier jaren ga ik voor de bijl. Niet alleen kan ik van alles aangrijpen als aanleiding om te eten, maar er zijn ook altijd allerlei hobbels die nopen tot voortzetting van dat gedrag en uitstel van een gezondere leefstijl. ‘Ja maar nú is het midden in de week – ik begin maandag wel’. Of: ‘ná dat etentje/ die verjaardag/ die vakantie/ de jaarwisseling is een goed moment.’ Of: ‘Nu geef ik nog borstvoeding, dan mag je niet afvallen’.

Het is niet dat ik niet van gezonde dingen hou, maar het vervelende is dat gezonde dingen vaak ook meer tijd vergen – een zak chips is in één ruk open; maar voor een kom vers fruit moet je toch net iets meer moeite doen. En kant-en-klare salades kun je tegenwoordig genoeg kopen, maar als je die nog een beetje gezond wil houden, zal je toch zelf de dressing moeten maken, want anders is zo’n salade vaak nog schrikbarend ’slecht’.
Gewoon een kwestie van discipline natuurlijk. Maar ja…

Vorige week zondag heb ik besloten dat het de hoogste tijd is voor een vijfde jaar. Want als ik niet in een moordend tempo afval, maar gestaag, moet dat zelfs tijdens het geven van borstvoeding wel kunnen. En uiteraard heb ik me ook dit keer weer voorgenomen om het nooit meer zo de spuigaten uit te laten lopen. Tijdperk koekiemonster moet maar eens afgelopen zijn. Op naar een standaard gesdiciplineerdere ik.

Morgen mag ik kijken of al het extra water, fruit, groente en het calorie- en vetarmere voedsel dat ik deze week tot me heb genomen al enig effect laat zien op de weegschaal. Spannend.

Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.