juli 2008
Er zijn van die woorden die me intrigeren. Het woord n a v e l bijvoorbeeld. Om de een of andere onduidelijke reden heb ik iets met dat woord. Al jaren. Het is een woord waar ik blij van word.
Anderhalve maand geleden stuitte ik op een ander fascinerend woord:
v e r k o e v e r e n. Het klinkt knus, verkoeveren. Het klinkt veilig. Het doet me denken aan vrolijke mensen rondom een knetterend haardvuur. Lekkere hapjes en drankjes erbij en misschien op de achtergrond het geluid van een gitaar waar zacht op getokkeld wordt.
Misschien dat ik daarom zo graag wilde zingen voor al die mensen in die witte jassen op de verkoeverkamer.
Ik hoor stemmen.
Er zit iets in de weg in mijn mond.
Ik murmel iets overstaanbaars.
Dan gaat het licht weer uit – als je tenminste over licht kunt spreken als je je ogen nog niet geopend hebt.
Blgh.
Wat is dat toch in mijn mond.
?
Iemand zegt iets.
Vraagt iets.
Murmel.
Langzaam, langzaam kom ik bij – stukje bij beetje.
Het is koud.
“Hoe gaat het met je?”
Murmel.
“De operatie is goed verlopen!”
Ik hoor stemmen.
Ze klinken niet gezellig.
Helemaal niet knus.
Helemaal niet vrolijk.
Ze zijn het oneens.
Ze maken ruzie.
Murmel!
Ik wil iets voor ze zingen.
Om ze op te vrolijken.
Het lukt alleen niet om een lied te verzinnen.
Zingen gaat trouwens ook niet zo goed.
Murmeldemurmel.
Frustrerend.
Er staat iemand bij mijn bed.
Het is niet zo gezellig hier, murmel ik.
Geen idee of hij iets terug zegt.
Hoera, het ding uit mijn mond mag weg.
Wat een verademing!
Ik hoor een kind huilen.
Het gaat door merg en been.
Wat ben ik blij dat mijn kind hier niet ligt.
Brrr.
En dan dat geruzie.
Ik kan nog steeds geen lied bedenken.
Maar plotseling krijg ik een geniaal idee.
Ontspan! – denk ik
R e l a x!
Ze moeten gewoon een beetje narcose nemen!
Zou er echt nog niemand anders op dat idee zijn gekomen?
Onbegrijpelijk!
Flower Power!
Gelukkig loopt er toch nog iemand rond die het lijkt te snappen, verkoeveren.
Wat verkoeveren zou moeten zijn.
Ze staat bij mijn bed en ze draagt een lila mutsje.
“We mochten zelf kiezen”, zegt ze.
“En ik vond dit wel leuk. Dat is een beetje fleuriger dan al dat groen”.
Tevreden dut ik weer in.