Mijn inzicht in de economie is er niet beter op geworden. Crisis! Crisis! lees ik overal. Maar ík heb – na een ‘sabattical’ van twee maanden – sinds 1 maart weer werk. Niet zomaar werk, want ik heb gesolliciteerd op een leuke en uitdagende functie. Een functie waarmee ik géén stap terug doe –
dat schijnt namelijk heel slecht te zijn voor je hele verdere loopbaan – én met een vast contract in het vooruitzicht.
Waar het volgens mij wél crisis is? Bij diverse uitkeringsinstanties.
Toen het duidelijk was dat het me niet zou lukken om aansluitend op mijn oude baan een nieuwe baan te vinden, moest ik WW aanvragen. Ik werkte namelijk niet in een branche waar ze bonussen uitdelen waar je rustig een tijdje – variërend van een jaar tot aan je pensioen – op kunt teren.
Om vooral niet te laat te zijn met het aanvragen van een WW-uitkering, schreef ik me ruim op tijd in bij het UWV, dat na 1 januari is omgedoopt tot WERKbedrijf. Degene die die naam heeft bedacht kan zich volgens mij beter laten omscholen, maar dat terzijde. Een inschrijving op papier of via internet volstond niet – om mijn inschrijving compleet te maken moest ik zelf naar het UWV toe.
Nu zullen sommige mensen ongetwijfeld baat hebben bij zo’n bezoek, maar ik stond na een kwartiertje, niets wijzer, weer buiten. Mijn adviseur Werk en Inkomen vertelde me dat ze bijna nooit relevante functies hadden en ik was al goed bezig, dus daar moest ik vooral mee doorgaan. Pluspunt was wel dat er in ieder geval niemand in mijn nek zat te hijgen, al had die waarschijnlijk weinig kunnen vinden om over te klagen. Horde één was genomen.
Nu ik ingeschreven was bij het UWV, kon ik ook een WW-uitkering aanvragen. Natuurlijk moest bij de aanvraag een heel pakket aan kopieën mee worden gestuurd. En nee, kon ik via de uitkeringsinstantie geen bijdrage krijgen voor de naschoolse opvang van ons dochtertje, want die hadden we nu niet meer nodig.
In principe is dat natuurlijk heel logisch, ware het niet dat er voor naschoolse opvang enorme wachtlijsten zijn. Zeg je je plek op, dan krijg je niet zomaar een nieuwe plek. En dan wordt het toch erg lastig om weer te gaan werken. Tenminste, wel als je gewend was 32 uur te werken in een andere stad. Maar ja, nu ik werkloos was, hadden we ook geen recht meer op een bijdrage van het rijk – en dan wordt het echt onbetaalbaar. Toch maar opzeggen dus.
Een maand later – het was inmiddels half januari – ontving ik een bevestiging van de toekenning van mijn WW-uitkering. Heel fijn, want nu kon ik eindelijk ook een bovenwettelijke uitkering aanvragen.
Weer maakte ik een pakket met kopieën en dit keer moest ik ook nog langs mijn oude werkgever om een aantal gegevens in te laten vullen.
Deze uitkering bleek nog meer voeten in de aarde te hebben. Ik heb het hele pakket drie keer verstuurd omdat er telkens van alles op mysterieuze wijze zoek raakte. Uiteindelijk vond zelfs degene van de instantie waar de aanvraag naar toe moest het wel wat al te gortig worden en mocht ik alles per e-mail versturen.
Ondertussen verstuurde ik de ene na de andere sollicitatiebrief. Gelukkig bleek die moeite niet voor niets te zijn. Maar als je eenmaal nieuwe baan hebt, moet je wel het hele traject nog een keer doorlopen, maar dan andersom.
Probleem! Geen kinderopvang meer. Gelukkig was de mevrouw van naschoolse opvang-organisatie erg begripvol en aardig en heeft ze ons bovenaan de wachtlijst geplaatst. Ook vind mijn nieuwe werkgever het goed dat ik de eerste maand een beetje improviseer en nog maar 16 uur aan de slag ga.
Probleem! Het kost erg veel moeite om de uitkeringsinstanties duidelijk te maken dat ik de eerste maand graag nog voor 16 uur uitkering zou willen ontvangen en pas de maand daarna de uitkering volledig stop wil zetten.
Probleem! Het is de uitkeringsinstanties niet gelukt om mijn uitkering tijdig stop te zetten. En nee, ik mag het teveel ontvangen bedrag niet meteen terugstorten maar moet eerst een brief met berekening van hun zijde en duidelijke instructies afwachten voor ik de boel kan terugbetalen. Hoezo, bureaucratische mallemolen…
(Latere toevoeging):
Gelukkig ben ik uiteindelijk ontsnapt uit de beklemmende greep van de papierwinkel. Ook fijn voor mijn nieuwe werkgever: toen kon ik me tenminste volledig op mijn nieuwe werk storten.