Zweefvliegen

Misschien heb ik het maar één keer gedaan, maar in mijn herinnering probeerde ik het regelmatig: van mijn bureau op mijn bed springen. Stiekem hoopte ik namelijk dat ik dan opeens zou kunnen vliegen. Maar het bleef bij een droom. Op andere momenten was ik trouwens blij dat mijn fantasie geen werkelijkheid werd… en dat er echt geen krokodil onder mijn bed lag.

Vrij als een vogel
Het lijkt me nog steeds geweldig om te kunnen vliegen. Op de veerboot van of naar de wadden kan ik met genoegen kijken naar de meeuwen – hoe ze telkens de beste luchtstroom opzoeken om zich er vervolgens helemaal aan over te geven en door mee te laten voeren.

Toen ik in december op mijn werk een eindejaarsgeschenk kreeg en zag dat ik voor een zweefvliegvlucht kon kiezen, hoefde ik dan ook niet lang na te denken. En manlief, Bonkje en Bloem moesten natuurlijk mee.

‘Circa 15:00 uur’
Van te voren was ik bang dat we niet op tijd bij het veld zouden aankomen – ik werd ‘om ca. 15:00 uur’ op het veld in de buurt van Biddinghuizen verwacht – maar dat bleek achteraf nergens voor nodig te zijn geweest. Tja – het woordje ‘circa’ had me kunnen waarschuwen.

Klokslag drie uur stonden we naast het clubgebouw van zweefvliegclub Flevo. Vrijwel meteen kwam er iemand naar ons toe die mij mee zou nemen naar het veld. Mijn supporters mochten gelukkig ook mee. Speciaal voor hen en de kinderwagen werd er een tweede chauffeur opgetrommeld – met een iets minder rammelende auto.

Middenin een weiland met rode tuinstoelen
Over een verharde strook door het weiland werden we naar het startveld gereden, waar een zweefvliegtuig op één vleugel in het gras lag en al snel een tweede toestel landde.

In een klein houten keetje zat iemand achter een soort mengpaneel/ radio en rondom het keetje zaten een aantal mensen op rode tuinstoelen. Ze leken elkaar allemaal te kennen.

Degene die me had gereden liep met me naar het tweezitstoestel dat zoëven geland was en gaf wat uitleg over de instrumenten. Jammer genoeg zagen we ook een hoopje braaksel liggen op de passagiersstoel, waardoor ik me plotseling wat zorgen maakte over wat me nog te wachten stond.

Maar voor ik die vraag kon beantwoorden moesten we nog wel wat geduld hebben. Terwijl manlief zichzelf verweet dat hij vergeten was een bal mee te nemen voor Bonkje, voelde ik me steeds schuldiger dat ze ik ze had meegesleept en dat ze door mijn toedoen in de brandende zon de tijd moesten doden op een stukje gras, een klein beetje aarde en een stukje beton.

Cameravrouw
Voor de verveling echt toesloeg, had manlief gelukkig het briljante idee om Bonkje te vragen of zij alles wilde filmen – hetgeen ze trots aanvaardde. Het voordeel was ook dat we alleen haar zo’n verantwoordelijke taak konden geven, waardoor ze duidelijk voordeel had van de zes jaar leeftijdsverschil met haar zusje.

De piloot
Na ongeveer drie kwartier werd duidelijk dat ik als passagier met een man mee zou gaan die een aantal jaren geleden was begonnen met zweefvliegen toen zijn zoon van 14 het ging doen. Zijn zoon was er inmiddels weer mee gestopt, maar hij was blijven vliegen.

Hij vertelde dat je voor het halen van je brevet onder andere vier keer – als ik het goed heb onthouden – exact binnen een vooraf aangewezen vierkant in het weiland moest landen. Ook bleek dat je eerst een bepaald brevet moet hebben voor je met passagiers mag vliegen  (Glider Pilot License). Toch prettig om te weten als je als leek geen idee hebt hoeveel controle je kunt uitoefenen in en over een zweefvliegtuig – en van wie je afhankelijk bent.

PH-1433
Toen een kwartier later het toestel – een DG-1000, die ook kan worden gebruikt voor aerobatics en overlandvluchten  – waarin wij zouden vliegen was geland, nam hij me mee naar het toestel, hielp me bij het vastklikken van mijn parachute en legde uit hoe alles werkte en welke informatie ik op de meters af kon lezen (o.a. het aantal meter per seconde dat je stijgt of daalt en de hoogte).

Ik was blij dat dit de piloot was die met mij de lucht in zou gaan en niet één van de twee mannen van wie ik in middels de indruk had dat zij instructeurs waren. Niet alleen had volgens mij één van hen met de onfortuinlijke passagier uit het andere toestel gevlogen; maar de gesprekken die ze onderling voerden en het commentaar dat ze gaven op de landing van een (?) leerling, deed me vermoeden dat ze in de lucht misschien iets te veel geneigd zouden zijn tot het uithalen van stunts.

De lucht in
Eindelijk, eindelijk – na een paar diepe verzuchtingen van de cameravrouw ‘het duurt wel lang voor ze opstijgen……. gáán, gáán!’ en wat vermoeid gejengel van Bloem, is het dan zo ver. Bijna anderhalf uur nadat we bij het clubgebouw aankwamen, weet ik hoe het voelt om in een zweefvliegtuig door een stalen lierkabel van ruim een kilometer lang, steil de lucht in getrokken te worden. En vooral: hoe het voelt als het vliegtuig en de lier worden losgekoppeld.

Vanaf de grond zijn we al snel niet meer zichtbaar en gaat het wachten weer verder. Gelukkig heeft manlief voor Bloem – die eigenlijk hard aan een middagdutje toe is – nog een doosje rozijntjes achter de hand. Intens tevreden peutert ze die één voor één uit het doosje en nog tevredener stopt ze ze daarna in haar mond. Voor Bonkje is er een lollie – en dat is feest, want die krijgt ze alleen wel eens als er iemand trakteert.

Hoger… en verder
Hoe het was? Ik vond het heel bijzonder om een keer mee te maken. Toen we eenmaal los waren van de lier, kon ik nauwelijks geloven dat we echt alleen ‘op de lucht’ vlogen – en dat deden we, zo’n 25 minuten lang. Het was ook heel wonderlijk dat je gewoon met elkaar kon praten.

Ik kan me voorstellen dat het een kick geeft om goede luchtbellen te zoeken en zo hoog mogelijk te klimmen, al denk ik dat ik wel snel ongeduldig zou worden en overlandvluchten zou willen gaan maken. Ik vind polders namelijk al snel eentonig worden. Wat dat betreft zou ik het waarschijnlijk pas echt geweldig vinden om in de bergen te vliegen.

Beetje misselijk
Maar als ik, ook als ik zelf zou vliegen, telkens dezelfde graad van misselijkheid zou bereiken als nu het geval was, dan zou ik waarschijnlijk niet zo ver komen. Ik kon me wel iets voorstellen bij de passagier die in het andere toestel mee had gevlogen. Het heeft na afloop ongeveer een uur geduurd voor ik weer iets anders durfde te drinken dan water. En aan eten had ik al helemaal geen behoefte (wat dat betreft zou ik het elke dag moeten doen).

Manlief, Bonkje en Bloem: dank jullie wel voor het meegaan, voor het lange geduld hebben, het filmen en het mooie commentaar bij de film!
Piloot van ZC Flevo: bedankt voor alle uitleg, de leuke (rustige!) vlucht en de veilige landing.

Comments

  1. Wat prachtig is het he? Ik heb een keer zweefgevlogen, nota bene tijdens de ontgroening van mijn studentenvereniging, bij de zweefvliegondervereninging. (mooi scrabblewoord, haha). In die twee zware, nare weken opeens die oase van vredigheid, rust en schoonheid. Ik kon er niet over uit, ik dacht dat ze ons vliegtuigen zouden laten wassen, mochten we opeens de lucht in. Het meest bijzondere vond ik de stilte. Je hoort alleen wat gesuis. En dat uitzicht… Goh, ik zou wel weer willen…

    Dank voor je leuke filmlink. Mochten er nog cd’s zijn lijkt me dat zeker interessant!

  2. Mijn lief is laatst ook wezen zweefvliegen en had enthousiaste verhalen, maar met zo’n film[je heb je het gevoel alsof je er zelf een beetje naast zit! Heel leuk om te zien, en Bonkje heeft het echt knap gefilmd vind ik.

    Nog een tip voor een vlucht vanuit je luie stoel: Superduif van Esther Gerritsen. Misschien leer je wel hoe je van bureau naar bed kan vliegen…

  3. Een enigszins late reactie, maar ik kwam deze toevallig tegen…

    Wat een leuk verhaal! Ik heb net het linkje even doorgestuurd naar onze piloot die je rondgevlogen heeft (Hans), dat zal hij vast ook leuk vinden!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.