Soms is het een beetje druk en voel ik me net een jongleur die vijf ballen in de lucht probeert te houden. Gelukkig zijn het geen echte ballen, want dan lukt het me zelfs niet met drie. Maar bij meer dan drie imaginaire ballen, is de kans dat ik er één laat vallen bijna net zo groot.
Er kleeft een geeltje op mijn toetsenbord. ‘Bloemen maken voor de leidsters’. Dus daar zitten we, Bloem en ik. We zijn er extra vroeg voor opgestaan. Eerder deze week lukte het niet door verjaardagen, traktatie, de deadline van een zelfgemaakt familietijdschrift voor mijn oma en meer van dat soort dingen.
‘Wat voor bloemen zullen we maken?’ vraag ik haar en we bekijken een aantal plaatjes.
Rozen, vindt Bloem. Rode rozen.
Met een groen kaartje eraan.
Zij aan zij zitten we aan mijn bureau. Uit groen papier knippen we drie kaarten, waarop we haar handje omtrekken. Daarna mag Bloem ze verder versieren.
Ondertussen volg ik de instructies van een video op YouTube, waar iemand de moeite heeft genomen om stap voor stap te laten zien hoe je een eenvoudige origami-roos kunt vouwen. Lang leve internet.
‘Kijk mama, ik maak grote en kleine stippen want we hebben het over groot en klein.’
‘Ja, ik zie het, leuk hoor.’
‘Stippen in allemaal kleuren, dan is het extra feestelijk.’
‘Dat is het zeker.’
Ik vouw en ik vouw. Het begin is simpel, het kost alleen tijd – zeker als je alles drie keer moet doen; maar ja – Bloem heeft nu eenmaal drie vaste leidsters. Maar dan komt er een stukje dat er op de video heel anders uitziet dan bij mij. Hè? Hoe krijgt hij dat nu voor elkaar?! Ik ben bang dat ik bij ‘only one tricky part’ uit de toelichting bij de video ben aangeland. Ik kijk het stukje nog een keer, vouw mijn blaadje weer open en probeer het opnieuw.
Origami Rose (Jo Nakashima) – YouTube
En eindelijk – ik snap nog steeds niet precies hoe – heb ik iets in handen dat vagelijk op het voorbeeld in de video begint te lijken. Dat is één. Nu de volgende twee. Ik begin een beetje gestrest te raken, want het duurt een stuk langer dan ik dacht. Als ik nu gewoon een paar gekleurde papiertjes had uitgeknipt en Bloem die op een blaadje had laten plakken, waren we een stuk sneller klaar geweest. Maar ja, ik ben nu al zover dat ik dat een beetje zonde vind van de tijd die er al in zit. Gelukkig zijn de stelen sneller klaar, al heb ik er weinig vertrouwen in dat ze goed zullen blijven zitten, dus doe ik iets dat natuurlijk helemaal niet hoort in een origami-vouwwerkje: ik plak alles met plakband stevig aan elkaar vast. Het zal me niet gebeuren dat we nu nog de helft verliezen! We maken Bloems kaartjes met een mooi lintje aan de steeltjes vast en vertrekken dan eindelijk – veel te laat – naar het kinderdagverblijf.
Als ik mijn fiets in het rek zet, bedenk ik plotseling dat het wel vreemd is dat we niets hebben hoeven maken voor Lunes leidsters van de buitenschoolse opvang…. of…. voor wie moesten we eigenlijk bloemen knutselen?! We stappen het kantoortje in om de bloemen af te leveren, waar inderdaad blijkt dat ik me heb vergist; in de e-mail die we van de oudercommissie kregen stond helemaal onderaan dat de bloemen voor de leidsters van de BSO waren. Aaaaargh! Ik was nog wel zo tevreden dat ik het tussen de enorme berg e-mails had gezien èn onthouden. En nu heeft Lune, die allang op school zit, vanmiddag helemaal niets.
Nou ja, eerst Bloem maar naar haar groep brengen – met haar rozen. Trots en blij geeft ze de leidster die het dichtst bij de deur staat, een roos. ‘Kijk, dit zijn allemaal feestelijk stippen!’. De leidster kijkt en luistert aandachtig en bedankt haar uitvoerig. Dat is een verrassing! Bloem en ik geven elkaar een kus, zwaaien naar elkaar door het raampje en dan vlieg ik ervandoor.
Het zit me toch niet lekker dat Lune nu niets heeft – maar samen nog iets knutselen is geen optie meer. Dan maar improviseren. Ik besluit vanmiddag langs de bloemenwinkel te fietsen; voor de leidsters van Lune een klein boeketje te kopen met een kaartje erbij. Als ik ervoor zorg dat ik om 15:00 uur bij school sta, kan ik dat aan Lune meegeven en kan zij nog iets op de kaartjes schrijven. Gelukkig werk ik thuis vandaag – al ben ik de reistijdwinst die ik op dat soort dagen normaal gesproken heb inmiddels wel kwijt. Maar Bloem en Lune staan in ieder geval niet als enige kinderen met lege handen op de dag van de leidster en dat maakt een hoop goed. Dan is het zelfs niet zo erg om vanavond nog wat tijd in te halen.